Enschedese architect ontwerpt na 35 jaar zijn eigen woning: ‘Het beste huis is een huis dat je niet ziet’

Dit is het artikel dat een paar weken geleden in de Tubantia stond. Een mooi verhaal om deze blog mee af te sluiten.

ENSCHEDE – In al de jaren dat hij nu architect is, hoefde Hans van den Dobbelsteen niet zo nodig zijn eigen huis te bouwen. Dat eigen huis is er nu wel. Verstopt tussen andere woningen ligt het aan een doodlopend weggetje nabij vliegveld Twente. „Het beste huis is een huis dat je niet ziet.”

door Herman Haverkate 08-12-20

Het is dat het huisnummer niet te missen valt. Zonder die informatie, zegt Hans van den Dobbelsteen, is de kans groot dat je zijn huis nooit bereikt. Wie er binnen wil komen, moet eerst door een diepe voortuin, een voorhof en een smalle gang. Pas dan opent zich het huis waar hij, 60 jaar oud inmiddels, de rest van zijn leven wil slijten.

„De meeste mensen zijn stomverbaasd als ze hier voor de eerste keer komen. Die zien aan de buitenkant eigenlijk helemaal niets. Gelukkig, denk ik dan, want dat was ook precies de bedoeling. Des te groter is de sensatie als je binnenkomt. Ooit heb ik een stuk geschreven met de titel: ‘Het huis dat je niet ziet’. Het idee daarachter was dat een goed huis opgaat in zijn omgeving en vanzelfsprekend aanwezig is. Precies dat heb ik hier na al die jaren zelf willen realiseren.”

Hans van den Dobbelsteen, een van de directieleden van het mede naar hem genoemde bureau LKSVDD in Enschede, loopt al een half leven mee in de Twentse architectuur. Als architect van de IAA en, sinds 1998, LKSVDD, ontwierp hij meestal samen met collega’s tientallen gebouwen in de regio en daarbuiten.

Teamspeler

„Ik ben een teamspeler”, zegt hij. „In ons vak lijkt het vaak te draaien om grote namen, maar de meeste dingen doe je toch samen. Zo werkt het in ieder geval bij ons. De behoefte om mijzelf te onderscheiden is mij vreemd. Om die reden hoefde ik niet zo nodig mijn eigen huis te ontwerpen. Als collega’s dat willen, is dat prima. Maar voor mij stond dat niet direct bovenaan de wensenlijst die iedere architect misschien wel heeft.”

Dat het er uiteindelijk toch van kwam, had alles te maken met het beschikbaar komen van de plek. Aan de Fokkerweg, een doodlopend straatje vlakbij vliegveld Twente, vond hij met dank aan zijn partner Marjolein een kavel waarvan hij onmiddellijk de uitdaging zag.

Uiteinde­lijk is er maar één reden dat ik uiteinde­lijk toch zelf ben gaan bouwen, en dat is deze unieke kracht van deze plek

Hans van den Dobbelsteen

„We waren eigenlijk op zoek naar een bestaande woning, bij voorkeur iets van de bekende architect Nico Zantinge. Ik hoef niet zo nodig nieuw te bouwen, en al helemaal niet in een wijk als ’t Vaneker. Loop daar rond en je ziet precies waar het in de architectuur niet over zou moeten gaan: grote ego’s, de buitenkant en allemaal dezelfde grasvelden rondom. Maar dit straatje is anders. Bescheidener, landschappelijker en vrij van welstand, al is het me daar niet om begonnen. Uiteindelijk is er maar één reden dat ik uiteindelijk toch zelf ben gaan bouwen, en dat is deze unieke kracht van deze plek.”

Smalle kavel

Uitdagingen waren er volop. De smalle kavel bijvoorbeeld en de geringe afstand tot het huis van de buren. „Grond van meer dan zevenhonderd vierkante meter lijkt veel, maar als dat dan een perceel van 9 bij 85 meter blijkt te zijn wordt het wel anders.” 

Het ontwerpproces was een kwestie van de lange adem of ‘slow cooking’, zoals hij het zelf bij voorkeur noemt. Moeilijker, maar tegelijk niet wezenlijk anders. „Sinds ik weet hoe Umberto Eco De Naam van de Roos heeft geschreven, is mijn werkwijze niet wezenlijk veranderd. Ook als architect moet je je bij ieder bouwwerk altijd afvragen: wat voor een verhaal wil ik vertellen, wat is de reden dat het wordt gebouwd? Als je dat eenmaal hebt, volgt de rest vanzelf. Dan valt alles op zijn plek.”

Verbinding met het landschap

Leidend aan de Fokkerweg, was de verbinding met het landschap. Zijn hele ontwerp, zegt Van den Dobbelsteen, is erop gericht. „Ik zeg wel eens voor de grap: een huis met de vorm van een dobbelsteen, dat is wat hier past. Een simpele doos gericht op de buitenwereld. Aanvankelijk hebben we zelfs gedacht aan een soort tiny house. Daarna dachten we aan een soort patiowoning met een voorhof en alle functies op de begane grond. Uiteindelijk bleken we voor de slaapkamer toch een verdieping te moeten maken, maar gelukkig hebben we die wel als een soort loft met onze woonkamer weten te verbinden.”

Het huis is energieneutraal en circulair. Bewust. Zwarte houten planken scheiden de voorhof en ook de uiteindelijke woning af van de buitenwereld. Binnen zijn alle muren wit, ontbreken deuren en wordt de aandacht van iedere bezoeker onmiddellijk getrokken door het uitzicht waar een bewust wilde tuin geleidelijk overgaat in het achterliggende boerenland.

Menselijk geluk

Hoewel hij moest wennen, voelt Hans van den Dobbelsteen zich steeds meer op zijn gemak op zijn nieuwe stek. „Ik realiseer me hoe bevoorrecht ik ben, zeker in deze tijd.” Het ontwerpen van zijn eigen huis heeft hem bevestigd in wat hij sinds 2010 steeds sterker is gaan beseffen: dat goed gemaakte architectuur een bijdrage kan leveren aan het menselijk geluk.

„In dat jaar voltooiden we de nieuwbouw van Thales in Hengelo, een hele belangrijke opdracht voor ons bureau. Net als bij mijn eigen huis, stond daar de verbinding met het landschap centraal. Het bedrijf was veranderd en had behoefte aan een nieuw type gebouw waar mensen zich op de eerste plaats prettig moesten voelen. Terugkijkend denk ik dat het een keerpunt was. Geluk in de architectuur, weet ik nu, hangt van een paar dingen af: daglicht, uitzicht, akoestiek, klimaat en groenbeleving.  Als ik met die wetenschap naar mijn eigen huis kijk, zeg ik: ik heb het er best wel aardig van afgebracht.”

Geluk in de architec­tuur, weet ik nu, hangt van een paar dingen af: daglicht, uitzicht, akoestiek, klimaat en groenbele­ving

Hans van den Dobbelsteen

Meters maken

Nu de dekvloer erin ligt is het alweer een heel ander gezicht. Er wordt gewerkt aan de plafonds, de zonnepanelen op het dak, en aan aftimmering van de gevels. Dat laatste moet overigens weer even wachten, omdat er een nieuwe lading larikshout gedompeld wordt. De kleur van het verfbad (HK Lazuur) is ebben, maar omdat het hout de vloeistof opzuigt, wordt het niet zo zwart als op de stalen die we gezien hebben. Het mengt immers met de gele kleur van het ‘verse’ hout. Als het hout op zijn natuurlijke wijze vergrijst in de loop der jaren komt het ebben beter tot zijn recht. Dat is in elk geval het verhaal van de aannemer. Best plausibel; de tijd zal het leren…

Op de nu nog heel lange oprijlaan komt ter hoogte van de garage van de buren (rechts) nog een garage overdwars. Met een afdak en een muurtje vormt dat de toegangspoort tot de patiotuin. Dat is dan ook de ‘officiële’ entree.

Dit hek van de buren laten ze vast begroeien met hedera. Mooi groen en vogelvriendelijk.

Toen de zijgevel aan de noordzijde gereed was, plaatsten de buren prompt een hek op de erfgrens. Op eigen terrein want dan schijn je niet te hoeven overleggen. Als het begroeid is met hedera, valt het reuze mee.

Nu wordt het menens!

Onze laatste post is een eeuwigheid geleden. Ons geduld werd en wordt behoorlijk op de proef gesteld, de achterstand op de planning liep steeds verder op. En, nee, we kunnen er nog niet in als wij ons huis uit moeten op 14 oktober…

Dit is niet het positieve scenario waar we op hoopten. In oktober zijn we ongeveer twee weken dakloos. We hebben gelukkig opvang (dank Ruud en Jeanette), en daarna hopen we op zijn minst in ons nieuwe huis te kamperen.

Het is niet zo dat er niets gebeurde, maar het was frustrerend om de helft van de tijd te constateren dat er geen busje op de bouw stond. Inmiddels staat er een huis, met afgewerkte zijgevels, aansluiting op de riolering, water en elektra. De vloerverwarming en de luchtkanalen liggen erin, en morgen storten ze dan eindelijk de cementdekvloer. Om je een idee te geven: die stond voor eind juli gepland.
Dit is een echte mijlpaal en een goed moment om de blog weer leven in te blazen.

De keuken komt in de eerste week van oktober. Die kunnen we niet meer uitstellen en dat is dus de stok achter de deur om nu door te werken. Want ja, we weten best dat de arbeidsmarkt in de bouw onder druk staat. Al die tijd hebben andere projecten voorrang gekregen. Nu zijn wij aan de beurt.

We zijn gelukkig niet in mineur geraakt, omdat je steeds beter kon zien hoe goed het ontwerp uitpakt. Licht en ruimtelijk. In gedachten wonen we er al een tijdje en stap voor stap worden die gedachten verwezenlijkt. Het is nu tijd van gordijnen bestellen, inbouwkasten laten maken en de verhuizing regelen. Nu wordt het menens.

In de wacht…

We lopen flink achter… de aannemer met de bouw, en wij met de updates. Met allemaal goede redenen natuurlijk. In vogelvlucht even de voortgang en de status. 

Na het grondwerk werd de basis voor de fundering gelegd, een soort piepschuim. Enthousiast gingen Hans en ik kijken en, hoewel het geweldig was om te zien hoe het huis vorm krijgt, zagen we ook dat de fundering te diep lag. Zo kwam de woonkamer onder het maaiveld en dat was niet bedoeling. Nog meer afgraven, meer zand erbij, constructieve check, overleg met de gemeente, en hoewel het conform de bouwvergunning was, wilden ze toch dat we ook de buren nog eens informeerden. Allemaal gedaan.

Na veel vijven en zessen lag de fundering er op de goede hoogte in. Nu zou het snel gaan. De kraan werd geïnstalleerd, we namen snel nog een kijkje in de timmerfabriek waar de voorgekookte muren al klaarstonden voor transport. Dat ging weer sneller dan we dachten. De benedenverdieping stond er voor Hemelvaart. De bovenverdieping zou er direct achteraangaan. Maar… de steigerbouwer liet de aannemer in de steek en er moest een nieuwe gevonden worden. Dat kost tijd. 

Ondertussen kwam de gemeente nog even kijken en zag dat een constructie in ander materiaal uitgevoerd was dan op tekening stond. Of we nieuwe berekeningen wilden maken. Nee, geen bouwstop nodig. Maar voor alle zekerheid en in combinatie met de steigercomplicaties, leek het verstandiger nog even te wachten. Daar zitten we nu dus, in de wacht. 

Rond 27 juni verwachten we weer wat actie. Bouwen is nog niet zo eenvoudig! Hopelijk lopen we weer wat op de planning in, maar zo langzamerhand lijkt er toch een periode van dakloosheid boven ons hoofd te hangen. 

Grondwerk gereed!

Als lezer loop je een weekje achter. Dit filmpje beslaat een week – vorige week – en moest nog gemonteerd. Behalve dat filmen een leuk beeld van de bouw geeft, is het voor mij ook een do-it-yourself-leertraject. Hopelijk worden ze gaandeweg beter. En wie weet word ik ook sneller in het monteren.